Wat is mentorschap?

De instelling van mentorschap is bedoeld voor mensen die hun persoonlijke belangen (belangen die niet over geld en goed gaan) niet meer kunnen behartigen. Het kan gaan om verstandelijk gehandicapten en psychiatrische of comateuze patiënten. Maar ook oudere mensen, die zelf geen beslissing op het persoonlijke vlak meer kunnen nemen. U moet daarbij vooral denken aan beslissingen die moeten worden genomen over verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding. De mentor neemt dan, zoveel mogelijk samen met zo iemand, de beslissing. Bijvoorbeeld als iemand moet kiezen tussen wel of niet zelfstandig blijven wonen of als het gaat om een medische behandeling.

Aan wie moet het verzoek gericht worden?

Een verzoek tot mentorschap moet worden gedaan bij de kantonrechter bij de rechtbank van het arrondissement waar de persoon woont voor wie de mentorschap is bedoeld. Voor dit verzoek heb je geen advocaat nodig. In de eerste plaats kan de betrokkene zelf de maatregel vragen. Verder kan zijn partner zo’n verzoek doen en ook familieleden tot in de vierde graad. Dat zijn ouders , grootouders, kinderen en kleinkinderen en ook de broers en zusters, ooms en tantes en neven en nichten. Als degene om wie het gaat nog minderjarig is, kan ook de voogd de maatregel vragen. Tenslotte kan het mentorschap ook door de instelling of woonvoorziening waar iemand verblijft worden aangevraagd. Men moet dan wel vermelden waarom de partner van de betrokken persoon, of de bloedverwanten in de eerste of tweede graad (ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen en broers en zusters), de voogd, de curator of de bewindvoerder het verzoek niét indienen.

Wie kan tot mentor benoemd worden?

In principe kan iedereen die meerderjarig is en dat wil tot mentor worden benoemd. In alle gevallen geldt, dat de uitdrukkelijke voorkeur van degene voor wie de maatregel is bedoeld, moet worden gevolgd, tenzij er gegronde redenen zijn om die persoon niet te benoemen. Voor benoeming tot mentor komt in de eerste plaats de partner van de betrokkene in aanmerking. Verder komt voor benoeming in aanmerking één van de ouders, kinderen, broers of zusters. Benoemt de rechter een andere persoon, dan geeft de rechter in de beslissing aan waarom dat is gedaan. In uw aanvraag voor mentorschap kunt u ook een voorstel v voor een mentor doen. Als er een bewindvoerder is, dan ligt het voor de hand dat deze het mentorschap op zich neemt, tenzij het een rechtspersoon is. Iemand die zelf onder curatele staat of een mentor heeft, kan geen mentor worden. Verder mogen direct betrokken of behandelende hulpverleners en personen die tot de leiding of het personeel van de instelling behoren waar iemand verblijft, niet tot mentor worden benoemd. Een mentor moet altijd een natuurlijk persoon zijn. Een rechtspersoon kan niet tot mentor worden benoemd. In de praktijk is het wel voorgekomen dat beide ouders tot mentor zijn benoemd.

Wat gebeurt er nadat het verzoek is ingediend?

Als het verzoek door de rechtbank is ontvangen, kan de rechter een zitting bepalen waarin de mening van de betrokkenen partijen geraadpleegd zal worden Vindt de rechter dat er genoeg redenen zijn voor de maatregel dan besluit de rechter tot mentorschap. Mentorschap gaat in op de dag dat de rechter de uitspraak doet. Hoe verder de gang van zaken is zal de benoemde mentor in een intakegesprek uiteenzetten.

Wat zijn de taken van de mentor?

De mentor neemt beslissingen over verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van iemand. Dit zijn dus allemaal beslissingen op het persoonlijke vlak. Daarbij kan het ook over feitelijke dingen gaan, zoals het inzien van een dossier. Degene die een mentor heeft, blijft handelingsbekwaam en kan in principe zelf de eigen financiële zaken behartigen. De mentor neemt beslissingen op het persoonlijke vlak en heeft bij het vervullen van die taak de plicht om de persoon zoveel mogelijk zelf te laten beslissen en om een zelfstandig optreden van zo iemand te bevorderen. Ook heeft de mentor tot taak om op andere gebieden op het persoonlijke vlak de belangen van iemand in de gaten te houden en hem raad te geven.De mentor heeft alle bevoegdheden die deze in het belang van zijn taak nodig heeft. Ook hier geldt – evenals bij curatele – dat beslissen in hoogst persoonlijke aangelegenheden niet mogelijk is. Hij treedt ook op wanneer hij meent dat in de zorg fouten gemaakt (dreigen te) worden. Met het zorgplan of behandelingsplan mag hij instemmen (met uitzondering van hoogst persoonlijke aangelegenheden die daarin zijn opgenomen, zoals de levensbeëindiging van de betrokkene). In een dergelijke situatie heeft datgene wat de mentor zegt de status van advies.

Beëindigen van het mentorschap.

Zowel de cliënt als de mentor kan de Kantonrechter onder duidelijke motivering verzoeken het mentorschap te beëindigen.